Werkwoorden - Combineeroefening
Combineer een element links met een element rechts. Je kan selecteren uit het uitrolmenu.
Woorden kan je vertalen met
Glosbe
en verklaren met
Muiswerk
Controleer
associëren
???
Laten zien dat het zo is.
Voorbeeld: Ik kan ................................. dat de machine werkt.
Iets erbij doen.
Voorbeeld: Op de stageplaats moest ik rekken ......................................
In verband brengen met.
Koud weer kan je met de winter .......................
Nagaan welke gegevens een apparaat aangeeft.
Voorbeeld: Wil je de lengte ...................... ?
Een groter geheel in stukken verdelen.
Voorbeeld: Je moet het vraagstuk of het probleem.......
analyseren
???
Laten zien dat het zo is.
Voorbeeld: Ik kan ................................. dat de machine werkt.
Iets erbij doen.
Voorbeeld: Op de stageplaats moest ik rekken ......................................
In verband brengen met.
Koud weer kan je met de winter .......................
Nagaan welke gegevens een apparaat aangeeft.
Voorbeeld: Wil je de lengte ...................... ?
Een groter geheel in stukken verdelen.
Voorbeeld: Je moet het vraagstuk of het probleem.......
aflezen
???
Laten zien dat het zo is.
Voorbeeld: Ik kan ................................. dat de machine werkt.
Iets erbij doen.
Voorbeeld: Op de stageplaats moest ik rekken ......................................
In verband brengen met.
Koud weer kan je met de winter .......................
Nagaan welke gegevens een apparaat aangeeft.
Voorbeeld: Wil je de lengte ...................... ?
Een groter geheel in stukken verdelen.
Voorbeeld: Je moet het vraagstuk of het probleem.......
aantonen
???
Laten zien dat het zo is.
Voorbeeld: Ik kan ................................. dat de machine werkt.
Iets erbij doen.
Voorbeeld: Op de stageplaats moest ik rekken ......................................
In verband brengen met.
Koud weer kan je met de winter .......................
Nagaan welke gegevens een apparaat aangeeft.
Voorbeeld: Wil je de lengte ...................... ?
Een groter geheel in stukken verdelen.
Voorbeeld: Je moet het vraagstuk of het probleem.......
aanvullen
???
Laten zien dat het zo is.
Voorbeeld: Ik kan ................................. dat de machine werkt.
Iets erbij doen.
Voorbeeld: Op de stageplaats moest ik rekken ......................................
In verband brengen met.
Koud weer kan je met de winter .......................
Nagaan welke gegevens een apparaat aangeeft.
Voorbeeld: Wil je de lengte ...................... ?
Een groter geheel in stukken verdelen.
Voorbeeld: Je moet het vraagstuk of het probleem.......
Controleer
OK