Onderzoeksproject
Dekolonisatie in de 20ste eeuw.

1. Inleiding: motivatie, vragen en bronnen

De onrust in het Midden-Oosten heeft directe wortels in de manier waarop Groot-Brittannië en Frankrijk de regio gekoloniseerd en gedekoloniseerd hebben. Maar dat maakt geen deel uit van de geschiedenislessen, en de meeste journalisten die voor mainstreammedia werken hebben ook geen idee van dat soort historische verbanden.

Het verbinden van het huidige fundamentalistische geweld met de geschiedenis van de koloniale en neokoloniale onderdrukking hoeft geen weigering in te houden om kritisch met de islam in discussie te treden, maar kan er juist de weg voor vrijmaken. De passionele verdediging van de vrije meningsuiting - waarvan we moeten blijven hopen dat ze een universeel recht wordt - zou aan overtuigingskracht winnen als we ze hand in hand lieten gaan met een even fundamentele bezinning op de ongelijke machtsverhoudingen die de wereld eeuwen hebben beheerst en nog altijd beheersen.

Bovenstaande citaten komen uit de artikels "De Europese ervaring is geen model voor de rest van de wereld." en "De etterende wonde van het kolonialisme." Het illustreert dat wat er meer dan vijftig jaar geleden gebeurde, nog steeds een invloed heeft op het heden.

Dit geldt ook voor de dekolonisatie van Congo, luister hiervoor naar het interview met David van Reybrouck, schrijver van "Congo, een geschiedenis". Kan je stellen dat hij een autoriteit is? Van welke onderzoeksmethode heeft hij zich bediend? Vanuit welk perspectief schrijft hij over Congo?

Joost van Oort geeft je meer uitleg over het dekolonisatieproces in het algemeen.


Dit kort historiografisch onderzoek roept wellicht heel wat vragen bij je op. Stel een onderzoeks- of hoofdvraag op en twee deelvragen aan de hand waarvan je een antwoord kan formuleren op je hoofdvraag. Bekijk eventueel de theorie over het opstellen van deze vragen.

top    


INSTRUMENTEN

Wat zijn onderzoeksvragen en deelvragen?

Zoeken op het internet

Actualiteit

Bronnenkritiek

Notitie- en bibliografische kaart

Moeilijke woorden verklaren

BRONNEN

De etterende wonde van het kolonialisme.

De Europese ervaring is geen model voor de rest van de wereld.

David van Reybrouck: "Congo, een geschiedenis".

Overzicht van het dekolonisatieproces door Joost van Oort.

  • 2. Een webquest over de geschiedenis van
  • Congo: voor, tijdens en na de kolonisatie.

  • Wij hebben spot, beledigingen, slagen gekend die we ‘s ochtends, ‘s middags en ‘s avonds moesten ondergaan, omdat wij 'negers' waren.

    test

    test2 test3
    test3b

    test2c test3c

    Met behulp van de webquest krijg je meer inzicht in de geschiedenis van Congo. Los in groep de vragen op en geef ze weer in een Google Drive document.

    Een onderzoeksproject is een omvangrijke taak. Meestal werk je daarom samen met anderen. Met behulp van moderne technologie kan dit ook van op afstand. Google Drive is een instrument waarmee je kan samenwerken aan teksten.

    Let hierbij ook op je taal. De link "evaluatielijst teksten" kan je als een controlelijst gebruiken.

    top    


    INSTRUMENTEN

    Vergaderen

    Samenwerken met Google Drive

    Evaluatielijst teksten

    BRONNEN

    Webquest




  • 3. Congo vandaag: natuurlijke rijkdom, arme bevolking.

  • Kan men over Congo’s rijkdommen hetzelfde zeggen als wat Henry Kissinger ooit over het Midden- Oosten zei: “Olie is te belangrijk om in handen van Arabieren te laten.” Congo is gewoon te rijk opdat het Westen het land ongemoeid zou laten, en daarom is er geen wezenlijk verschil tussen de situaties in 1885, 1960 of vandaag.De link naar het volledige artikel van Ludo De Witte vind je hiernaast.

    De reportage van Peter Verlinden leert je meer over de natuurlijke rijkdommen van Congo en de wijze waarop ze geëxploiteerd worden.

    De volgende kaarten tonen de indeling van de wereld in rijke en arme landen (de derde wereld) en in landen met een hoge of lage index van de menselijke ontwikkeling. Klik op de kaarten voor meer uitleg. Wat kan je vertellen over de situatie van Congo? Vergelijk de situatie van Congo met die van België. Geef de kenmerken van een land dat tot de eerste wereld behoort (voorbeeld België) en een land dat tot de derde wereld behoordt (voorbeeld Congo)

    Wat zegt de Wereldbank hierover?


    Cold War alliances mid-1975 2013 UN Human Development Report Quartiles

    Bekijk de onderstaande presentatie en toets de ideeën van het economisch liberalisme aan de industriële samenleving. Worden de beweringen bevestigd? Motiveer je antwoord.

    top    


    Artikel van Ludo De Witte: De geesten van Leopold II en Lumumba dwalen nog steeds door dit land

    Reportage van Peter Verlinden over Oost-Congo

    Begrip: derde wereld

    Begrip: index van de menselijke ontwikkeling

    VN: Index van de menselijke ontwikkeling

    Wereldbank over de ontwikkelingslanden

  • 4. Toekomst
  • Batavia bevatte 117 woninkjes verdeeld over vier straatjes die nauwelijks 3 meter breed waren. Drie poortjes gaven toegang tot de wijk. Alle bewoners van Batavia moesten zich behelpen met zes toiletten en twee pompen. Een open riool liep midden door de straatjes. De huisjes waren extreem klein.

    Eigenlijk kan men over Congo’s rijkdommen hetzelfde zeggen als wat Henry Kissinger ooit over het Midden- Oosten zei: “Olie is te belangrijk om in handen van Arabieren te laten.” Congo is gewoon te rijk opdat het Westen het land ongemoeid zou laten, en daarom is er geen wezenlijk verschil tussen de situaties in 1885, 1960 of vandaag.(aktueelkritischappache.pdf)

    Klik hier om de inhoud open te klappen.

    De industrie had massa’s plattelandsbewoners (plattelandsvlucht) naar de stad gelokt. Gent was wellicht de meest proletarische stad van België. Rond het midden van de 19e eeuw was Gent dan ook herschapen in een onleefbare en compleet overbevolkte verzameling van armzalige arbeiderswijken en fabrieken. Gent was te klein: terwijl van 1800 tot 1856 de bebouwde oppervlakte van de stad nauwelijks met 22 procent toenam, steeg de bevolking met 93 procent. De gevolgen konden natuurlijk niet uitblijven en werden in 1843 voor het eerst uitgebreid beschreven door J. Mareska en J. Heyman, twee Gentse geneesheren. Zij voerden in regeringsopdracht een enquête uit in verband met de arbeids,- woon- en levensomstandigheden van de Gentse katoenarbeiders. Ze gaven een beschrijving van de arbeiderswijk Batavia aan de Blandijnberg. In Gent bestonden er in die periode ongeveer 14000 arbeiderswoningen, waarvan er 3586 in beluikjes of ‘citeetjes’ te vinden waren.

    Batavia was zo een beluik. De wijk was ongeveer 100 meter lang en 30 meter breed. Batavia bevatte 117 woninkjes verdeeld over vier straatjes die nauwelijks 3 meter breed waren. Drie poortjes gaven toegang tot de wijk. Alle bewoners van Batavia moesten zich behelpen met zes toiletten en twee pompen. Een open riool liep midden door de straatjes. De huisjes waren extreem klein. Ongeveer een vijfde van de huisjes had een verdieping. Deze huisjes werden verhuurd aan 1,63 fr. per week. In de huisjes zonder verdieping werd de ruimte onder de dakpannen gebruikt als slaapkamertje. Deze woningen werden verhuurd aan 1,09 fr. per week. Uit de enquête van Mareska en Heyman bleek ook dat Gent in 1843 53 katoenspinnerijen en –weverijen en negen “indiennerieën” telde met in totaal ongeveer 10000 werknemers, waarvan 6000 mannen en 4000 vrouwen. De werkdagen in de fabriek waren lang: van vijf of half zes ’s morgens tot acht uur ‘s avonds. Er waren meestal twee onderbrekingen van een half uur, naast een onderbreking van een uur voor het middagmaal, voorzien. Gemiddeld werkte men dus 13 uur per dag, ook de zaterdag. Enkel op maandag eindigde de werkdag al om drie uur in de namiddag. Een gemiddelde werkweek telde dus ongeveer 73 uur. Het aantal verlofdagen was zeer beperkt. Enkel op kerkelijke feestdagen, tijdens de Gentse feesten en tijdens het carnaval kregen de arbeiders vrij. De vrije dagen werden niet uitbetaald. De lonen verschilden naargelang het werk:

    Gemiddeld loon per jaar

    De uitgaven per week van een gezin bestaande uit vader, moeder en vier kleine kinderen

    (...)Het was noodzakelijk dat vrouwen en kinderen meewerkten. De kleinste tegenslag (ziekte, arbeidsongeval,…) zorgde ervoor dat een gezin met bittere ellende geconfronteerd werd. De arbeiders vertrokken meestal zonder ontbijt naar de fabriek. ’s Middags en ’s avonds aten ze “uitgebreid”. Hun middagmaal bestond uit karnemelkpap of een magere soep met aardappelen en ajuinsaus. Aardappelen en brood waren de ingrediënten van het avondmaal. Daarnaast namen ze ook twee tussenmaaltijden: de eerste om negen uur ’s morgens en de tweede om vier uur in de namiddag. Deze maaltijden bestonden enkel uit boterhammen. Ze dronken er een dunne koffie bij.

    Bron: BRUYNEEL, T., Liederen van Karel Waeri in het kader van de sociale strijd., Internet, 2002, ( http://www.ethesis.net/karel_waeri/karel_waeri_inhoud.htm ).

    En klap de tekst weer in na het lezen.
    top    





    Gent: van arbeiderswijk tot quartier Latin

    Le Grand-Hornu

    Woordenpuzzel sociale kwestie
    Opdracht: sociale kwestie


  • 5. Socialisme
  • Proletariërs aller landen verenig u.

    De diepe ellende van de arbeiders of het proletariaat doen nieuwe ideeën ontstaan: het socialisme wordt geboren. Nieuwe ideeën brengen ook nieuwe begrippen met zich mee. Bekijk volgende presentaties over Marx en het socialisme en los vervolgens de woordenpuzzel in de opdracht op.





    top    


    woordenpuzzel socialisme
    Opdracht socialisme
    Uitzending over Marx
    Link presentatie socialisme



  • 6. Sociale en politieke ontwikkelingen in de 19de en begin 20 ste eeuw in België

  • Inspireren de ideeën van Marx de Belgische arbeiders? Kunnen zij hun arbeids- en levensomstandigheden verbeteren? Welke problemen ondervinden zij hierbij en hoe pakken zij die problemen aan? Zoek een antwoord op deze vragen met behulp van de woordenwolk en de informatiebronnen die je bij dit hoofdstuk vindt.


    top    


    De droom van een betere wereld

    Sociale vooruitgang komt niet vanzelf.

    Algemeen stemrecht

    Link sociale zekerheid

  • 7. Actualiteit
  • In dit project kwam je tal van begrippen tegen, zoals liberalisme, socialisme, communisme. Welke partijen sluiten vandaag het beste aan bij deze begrippen?

    Andere maatschappelijke kwesties (confessionalisme, nationalisme, ecologisme) deden ook andere partijen ontstaan. Welke partijen sluiten bij deze begrippen aan?

    Hoe zit het met de sociale kwestie vandaag? Klik op de grafiek en lees over de groeiende ongelijkheid.

    Je kan vaststellen dat de sociale kwestie weer op de voorgrond is getreden: in een ander kader met andere figuren. Ook nu woedt er een discussie over de te gebruiken recepten, zoals blijkt uit het programma Tegenlicht en de longreads over Piketty in de Correspondent en Mondiaal Nieuws.

    In de opdracht krijg je een overzicht van argumenten en stellingen. Aan jou om aan te duiden welke argumenten en stellingen bij Piketty horen.

    top    

    Thomas Piketty en Naomi Klein bij Tegenlicht

    Correspondent over Piketty

    Interview met Piketty in Mondiaal Nieuws

    Opdracht argument en stellingen

  • 9. Conclusie
  • Je hebt voldoende informatie verzameld om tot een conclusie of besluit te komen. In de conclusie formuleer je een antwoord op de onderzoeksvraag. Breng daarom de onderzoeksvraag weer even in herinnering van de lezer.

    Een onderzoeksproject is een omvangrijke taak. Meestal werk je daarom samen met anderen. Met behulp van moderne technologie kan dit ook van op afstand. Google Drive is een instrument waarmee je kan samenwerken aan teksten.

    Schrijf samen met anderen een besluit in een google drive document. Let ook op je taal. De link "evaluatielijst teksten" kan je hierbij als een controlelijst gebruiken. Van dekolonisatie naar neokolonialisme? • Blijvende impact van de ex-kolonisator?

    top    


    Wat zet je in een conclusie?

    Samenwerken met Google Drive

    Evaluatielijst teksten


  • 10. Presentatie
  • Wanneer je alle informatie verzameld en verwerkt hebt, kan je beginnen aan het uitschrijven ervan: van titelblad tot bijlagen.

    Besteed voldoende aandacht aan een nauwkeurige bronvermelding.

    Naast een schriftelijke wordt er soms ook nog een mondelinge presentatie verwacht. Presentatieprogramma's, zoals PowerPoint, Prezi, e.a. bieden hierbij heel wat ondersteuning.

    top    

    Tips: schriftelijke presentatie

    Bronvermelding

    Tips: mondelinge presentatie


    Presentatieprogramma's

  • 11. Evaluatie van het project
  • Om het project af te sluiten, wordt je gevraagd om het evaluatieformulier in te vullen.

    top    

    Evaluatie project

  • 12. Uitbreiding van het project
  • In opbouw

    top    

  • 13. Verantwoording
  • Deze site richt zich in de eerste plaats op de leerlingen van het zevende jaar beroeps en de leerlingen geschiedenis van de derde graad technisch onderwijs.
    Aan deze site werd en wordt hard gewerkt. Als u hiervan delen kopieert, vermeld dan op een correcte wijze de bron. Zo leren we dit onze leerlingen ook aan.
    De auteur is licentiate geschiedenis en sinds 1984 geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs. Na gewerkt te hebben op vormings- en studiedienst, geeft zij nu meer dan tien jaar les in het TSO en BSO.

    top